Wandeling door Poolse Breda
BREDA is de meest Poolse stad in Nederland – door de gedachtenis van de Polen, soldaten van de Eerste Poolse Pantserdivisie onder leiding van generaal Stanislaw Maczek, die de stad op 29 oktober 1944 bevrijd en in 1944-45 overwinterd hebben. Omdat zij toen vriendschap- en liefdesbanden met bewoners hebben aangeknoopt. En omdat een groot aantal soldaten zich hier na de oorlog gevestigd heeft. Daarom is in deze stad maanden lang na de bevrijding in de ramen van huizen en in de etalages van winkels de opschriften in het Pools “Dziekujemy Wam Polacy” blijven hangen.
Er zijn veel plaatsen in Breda die herinneren aan de Poolse bevrijders.
In de receptiezaal van het stadhuis bevindt zich een gedenkplaat ter ere van de Eerste Poolse Pantserdivisie, ereburger van deze stad. Met een speciale besluit van de stadsraad werd aan alle soldaten van de divisie het ereburgerschap verleend. De raad heeft acht geslagen op het militair talent en de bravoure van de Poolse divisie. Zij hebben de grote dankbaarheid van de bewoners van de stad Breda verdiend.
Op het tienjarige jubileum van de slag om Breda, werd een monument in het Wilhelminapark aan de Generaal Maczekstraat onthuld. Dit is de plaats, waar de Poolse troepen van de Eerste Poolse Pantserdivisie met in het Wilhelminapark verscholen Duitsers in hevige gevechten gewikkeld waren. Dit monument bestaat uit een hardstenen zuil waarop een wereldbol met twee adelaars uitgebeeld zijn. De Poolse adelaar onderwerpt in een hevig gevecht de Duitse adelaar. Op de sokkel zijn de woorden in het Nederlands aangebracht: “Dank aan onze Poolse bevrijders 29 oktober 1944” en de Poolse adelaar.
Aan de andere kant van de straat, op de betonplaat met een verklaringsplaatje, staat een Duitse Panther/D-tank. Die is door de Poolse troepen bij gevechten op de Duitsers buitgemaakt en aan de Bredase burgerij geschonken.
De Maria Kapel was in 1954 – het Maria Jaar gebouwd als dank voor bevrijding 1944.
In het centrum van de stad aan de Ginnekenstraat in St. Joostkapel die uit 1430 dateerde en in 1946 werd gerestaureerd, kan men op een van de zes ramen, de bevrijding van Breda zien. De Poolse soldaten rijden op witte paarden de stad binnen. Links in het raam draagt een Poolse soldaat een vaandel met de afbeelding van de Poolse Madonna. Boven dit tafereel staat de Poolse adelaar met kroon en rechts wapperen de vlaggen van Nederland, de Verenigde Staten en Engeland. Op de banderol van dit venstel staat vermeld: “Op zondag 29 oktober, feest van Christus Koning 1944, wordt onze stad op Maria’s voorbede door de geallieerden bevrijd”.
Het meest originele accent is, beslist, het privé museum dat in een garage door een Nederlander, die niet één druppel Poolse bloed heeft, opgericht was. Het museum is aan de geschiedenis van de Eerste Poolse Pantserdivisie en in het bijzonder haar bevelhebber, generaal Stanislaw Maczek opgedragen.
Op 29 oktober 1997 werd dit museum naar de Trip van Zoutlandt kazerne overgeplaatst. Er bevindt zich ook een ruimte dat “Poolse Huis” werd genoemd. Daar mogen vergaderingen van de Poolse organisaties plaats vinden en het Poolse koor kan er repetities houden.
Het beeld vullen de drie Poolse Militaire Erevelden aan, waar de graven zich bevinden van de Polen die “Voor U en Onze Vrijheid” gevochten hebben. Ze zijn gesneuveld tijdens gevechten voor de stad en in de buurt. Hun graafmonumenten zijn van steen en vormen de plaats van jaarlijkse herdenking van stadsbevolking. Op de grootste ervan, de Ettensebaan, in overeenstemming met zijn laatste wens, is de generaal, bevelhebber van de Eerste Poolse Pantserdivisie, Stanislaw Maczek, tussen zijn soldaten begraven. Hij was op 11 december 1994, op 102 jarige leeftijd in Schotland gestorven.
Het tweede Pools Militair Ereveld bevindt zich in Ginneken aan Vogelenzanglaan 13 en de derde ligt in Oosterhout aan Veerseweg 54.