De naoorlogse tijdperk van Genaraal Maczek soldaten
1944 Op 11 november hielden de Poolse bevrijders een parade in Breda ter ere van de Poolse Onafhankelijkheidsdag. Zij vertrokken bij de Chassékazerne en marcheerden onder meer over de Nieuwe Ginnekenstraat, Grote Markt, Veemarkstraat en Nassausingel.
Op 11 november 1918 was de Eerste Wereldoorlog afgelopen. Polen werd toen een zelfstandige natie.
1945 Alle Poolse activiteiten in Breda concentreerden zich toen rond de “Poolse Kerk” – Pater Kapucijnenkerk bij Schorsmolenstraat. Vanaf 1945 werden daar door de Poolse Katholieke Missie (Polska Misja Katolicka) zondagmissen in het Pools gehouden door de volgende priesters, respectievelijk: Efrem, Alexander Mosso, Franciszek Deja, Stanisław Nowak en vanaf het jaar 2000 Krzysztof Obiedziński.
Poolse missen in Pater Kapucijnenkerk boden altijd de hele Poolse gemeenschap gelegenheid om alkaar te ontmoeten en bij elkaar te komen. Zo was het toen en zo is het nog vandaag.
1947 Soldaten van generaal Maczek gesteund door Poolse Katholieke Missie (Polska Misja Katolicka) verenigen zich in de Poolse Katholieke Genootschap afgekort PTK (Polskie Towarzystwo Katolickie). De stichter van PTK was dr Narcyz Witold Komar en de eerste activisten waren o.a. Michał Palewicz, Jan Nowiński en Jan Krzemiński.
De eerste voorzitter van PTK was prof. Stefanow, tevens schilder, verantwoordelijk voor het drieluik te bewonderen in Generaal Maczek Museum.
De volgende voorzitters waren respectievelijk de heren: Śliwka, Szymbierski, Włodzimierz Grendel, Miś, Zbigniew Sosiński, Aleksander Bronowski, Wilhelm Wylenzek en de laatste die tot het einde van het bestaan van de PTK was Freddy (Alfred) Wieliszek.
In de praktijk was PTK een verenging van alle Poolse oud-strijders gevestigd in Breda en omgeving.
Destijds in Polen: de Russen negeerden de Poolse regering in ballingschap in Londen en stelden een communistische regering aan. De Poolse grenzen werden weer eens opnieuw getrokken. Polen verloor veel grondgebied aan de Sovjet-Unie en won veel van Duitsland.
1948 Er werd Poolse Mannenkoor (Chór Męski im. Stanisława Moniuszki) tot leven geroepen. Bronisław Galas was de dirigent en de gastheren (bij wie repetities werden gehouden) van het koor waren respectievelijk de heren Łukaczyński en Jan Krzemiński.
Op 5 maart organiseert Dhr W. Rzemieniecki vanuit PTK-leden toneel- en dansvereniging “Znicz” (ned. Fakkel). De leden waren o.a. heren: Ratke, Koniuszek, Gallas, Ernst, Gunst, Sankala en Cuber.
In dit jaar komt het eerste “Pools Huis” (Dom Polski) in de Torenstraat 17, de door Bredanaars Poolse kantine genaamd. Het was een soort clubhuis van PTK waar Polen bij elkaar kwamen om lekker in eigen taal praatje kunnen maken en een borrel drinkenen. Lange tijd woonde in het huis Mevr. Łukaczyńska, moeder van een van de oud-strijders. Zij was tevens de gastvrouw van Het Pools Huis.
Destijds in Polen: de socialisten gingen samen met de communisten en Polen werd praktisch een vazal van de Sovjet-Unie. De communisten, onder leiding van Bolesław Bierut, arresteerden tegenstanders van het bewind, collectiviseerden de landbouw en nationaliseerden de industrie. Polen werd in 1949 lid van de COMECON. De verhouding met de westerse mogendheden bereikte in 1950 bijna een breekpunt en de vijandigheid tussen Kerk en Staat leidde tot confiscatie van kerkelijk grondbezit. In hetzelfde jaar erkende de DDR de Oder-Neisse-grens en ruilde Polen in het oosten gebied met de Sovjet-Unie, waardoor het de beschikking kreeg over meer aardoliebronnen.
1950 Er werd een Sportvereniging “Cracovia” opgericht. Dhr Szymborski gaf de leiding en de leden waren o.a. Jan Bula, Jeleniewski, Dr Wierdak e.a. Er werd voornamelijk volleybal gespeeld – een sport die toen nog niet bekend was in Breda. Sportvereniging “Cracovia” bestond enkele jaren.
1951 Het Pools Huis verhuisd naar de Vismarktstaat, naar het pand van de Poolse eigenaar Kazimierz Skałuba. Dhr Skałuba had ook tegenover het café “Postjager” waar Polen ook graag kwamen.
Verhuurkosten van Het Pools Huis werden gezamenlijk betaald door PTK en „Comité Nederland-Polen” geleid door Dhr en Mevr Guns.
Aan de vooravond van Breda’s bevrijdingsherdenking werd het vaandel van PTK in gebruik genomen. Op het vaandel is de Poolse Zwarte Madonna afgebeeld en de tekst: “Koningin van Polen zegen zwerfkinderen (tułaczom) 1951”. De inzegening van het vaandel geschiedde in een dienst in de kerk van de paters Kapucijnen door de bisschop van Breda, mgr Jos Baeten. Het vaandel werd voortaan gebruik tijdens viering van Dodenherdenking en Bevrijdingsdag van Breda (29 oktober).
1952 Jaren verstrijken. Poolse ex-soldaten in Breda stichten gezinnen, krijgen kinderen en moeten vooral hard werken, voornamelijk in de drie grote Bredase fabrieken van toen; Enka (Hollandse Kunstzijde Industrie HKI – later Enka), Kwatta (chocoladefabriek) en Etna (ijzergieterijen en emailleerfabrieken). Sommige waren voor zichzelf begonnen, vaak met behulp van hun Nederlandse schoonouders.
De heroïek en toch ook een beetje het avontuur van de oorlogstijd was al lang verdwenen en in plaats daarvan kwam het gewone, dagelijkse leven van een emigrant die het soms erg zwaar viel in de Brabantse werkelijkheid. Vele van hen, voelden zich diep in hun Poolse ziel als de eerste Turkse gastarbeiders in Nederland, met zware en laagbetaalde banen. Zij werden door Nederlanders niet altijd begrepen. Hun gevoelens konden ze niet goed kwijt voor een deel door gebrekkig taalkennis maar ook door de introverte Poolse karaktereigenschappen. Al hadden ze hier gezinnen gesticht toch konden sommigen het leven in Nederland niet aan, zij gingen verder emigreren naar Canada of zelfs terug naar Polen. Daar achter schuilde soms grote familiedrama’s. In de Pools-Nederlandse huwelijken merkten de vaders dat ze met eigen opgroeiende kinderen niet eens goed konden communiceren.
Om de kinderen van oud-strijders toch een beetje van hun Poolse taal en cultuur dichterbij te brengen sticht PTK een Pools Zaterdagschooltje op: ”Polska Szkółka Sobotnia”. Onder leiding van Jan Nowiński tevens voorzitter van de ouderraad tot 1966.
In de loop van de tijd, op het toppunt van de koude oorloog, ontstaat in de Poolse gemeenschap in Breda een polarisatie van ideeën en overtuigingen. De Polen in Breda waren ook geen homogene groep. Het lot heeft een paar honderd Poolse mannen in Nederland bij elkaar gebracht en op den duur begonnen er zich verschillende groepjes te vormen, verdeelt naar stand, afkomst, vroegere militaire rang etc.
Dat was een van de redenen waarom er in dit jaar de politieke partij Poolse Volkspartij (Polskie Stronnictwo Ludowe – PSL) werd gesticht door de Poolse werknemers van de Hollandse Kunstzijde Industrie (later Enka). Jan Nowiński en Wilhelm Wylenzek behoorden tot de actieve leden van de PSL; een filiaal van deze partij in Londen die deel maakte van de Poolse regering in ballingschap.
1953 Destijds in Polen: na de dood van Stalin begon ook in Polen een periode van aarzelende dooi. Na de arrestatie van kardinaal Wyszyński en andere geestelijken gaf een groot deel van de bevolking blijk van een afwijzende houding tegenover het regime.
1954 In het Wilhelminapark wordt een monument onthuld ter nagedachtenis van de zware gevechten van 1PPD met de Duitsers op die plaats, 10 jaar geleden. Het zogenaamde Poolse Monument; twee vechtende bronzen adelaars op een granieten sokkel verbeeldt de “overweldiging” van de Duitse door de Poolse adelaar. De tekst op de sokkel luid: “Dank aan onze Poolse bevrijders – 29 oktober 1944”.
Aan de overkant van de straat op de kruising van de Paul Windhausenweg en het Wilhelminapark staat de Panther tank – een Duitse tank veroverd door 1PPD en geschonken aan de stad Breda.
De tank staat er tot vandaag en baart opzien bij buitenstaanders die het Bredase verleden niet kennen en niet begrijpen hoe je een wapentuig van de nazibezetter zo pontificaal kan neerzetten in de stad.
Een stukje verder, op de kruising van de Claudius Prinsenlaan en de Wilhelminasingel, staat de kapel van de Poolse Zwarte Madonna uit Częstochowa, geschonken door de burgers van Breda aan de bevrijders. De tekst op het monument luid: “Uit dank voor bevrijding 1944 gebouwd in Mariajaar 1954”.
De sportvereniging “Cracovia” en PTK organiseren een sportevenement met 150 deelnemers op het sportterrein van de kazerne Trip van Zoudtlandt. De kazernecommandant is de eregast van het evenement.
1955 Destijds in Polen: als antwoord op de oprichting van de NAVO sloten de communistische landen het Warschau Pact. Op 14 mei vond de ondertekening plaats. De Oder-Neisse grens werd definitief. Het in Warschau gebouwde cultuurpaleis werd als een geschenk van de Sovjets plechtig aan de stad overgedragen.
1956 Destijds in Polen: in de Sovjet-Unie hield partijleider Chroesjtsjov op het Twintigste Partijcongres in maart een rede waarin hij het Stalinisme veroordeelde. De rede veroorzaakte een schok in de communistische wereld. Polen wilde onafhankelijk van Rusland een liberalere weg naar het communisme inslaan en verzette zich tegen het Sovjetregime. In Moskou overleed onverwachts de partijsecretaris Bierut. In Poznań braken anti Sovjet rellen uit, die resulteerden in vermindering van de invloed van de Sovjettroepen in Polen. Het nieuwe bewind van Gomułka voerde enkele economische hervormingsmaatregelen in en verzachtte de perscensuur.
1958 Oorlogsveteranen zij al die jaren trouw gebleven aan de Poolse regering in ballingschap in Londen en al 18 jaar mochten ze hun vaderland en families niet bezoeken. Nu het nieuw bewind in de communistische Polen meer mogelijkheden bod gingen de sommigen van de veteranen eindelijk hun land bezoeken. Heimwee naar eigen vaderland en naar eigen moedertaal was groot en deed velen van hen voortaan jaarlijks naar Polen terugkomen al was het niet graag gezind bij pro-Londense partijen. De gedachte was dat wie naar de communistische Polen ging toch communist was, niet loyaal aan de Londense regering in ballingschap. De grote ideologische oorlog tussen Oosten en Westen had zijn werking op de kleine Poolse man in de straten van Breda.
10 jaar na de oprichting van het toneelgezelschap “Znicz” werd op 5 maart zijn naam veranderd in toneelgezelschap „Polonia” (Zespół Widowiskowy „Polonia”) omdat Nederlanders Znicz niet konden uitspreken. Hier danste alle kinderen van de oud-strijders.
Destijds in Polen: een plan van de minister van Buitenlandse Zaken, Adam Rapacki, (1909-1970) die voor een atoomvrije zone in Europa was, werd door de Verenigde Staten en het Westen afgewezen.
1963 PTK oftewel de oud-strijders hadden grote invloed op de werkwijze van de volksdansgroep “Polonia”. Met het verstrijken van de jaren worden leden van de groep steeds ouder en aangezien dat de leden uitsluitend bestonden uit Poolse kinderen van oud-strijders was het steeds moeilijker om een wenselijk aantal leden te handhaven. Een van de bestuurders van de dansgroep “Polonia”, Dhr. Władysław Cuber was van mening dat om het voortbestaan van de dansgroep te garanderen zouden ook Nederlandse kinderen bij mogen komen. Meningsverschillen daarover leiden tot de splitsing en ontstaan van de nieuwe Poolse dansgroep.
Op 1 maart 1963 richt Dhr. Władysław Cuber de Poolse Volksdansgroep “Mazur” op. Om aan het noodzakelijke aantal leden te komen laat hij ook Nederlandse kinderen toe. Eind jaren zestig en begin jaren zeventig beleefd “Mazur” zijn beste tijd. Ze treden op in Polen op de Internationale Polonia’s Dansgroeppen Festival in Rzeszów in 1969, 1971 en 1972. In het jaar 1969 winnen zij een prijs: een gratis vakantie in Tuchola.
De successen van “Mazur” werden niet door alle landgenoten in dank af genomen. Władysław Cuber en zijn dansgroep was in de ogen van zijn vroegere kameraden een collaborateur, zij zouden heulen met de communisten.
De politieke deling van Europa werd ook ten dele weerspiegeld in de kleine Poolse gemeenschap van Breda.
Jaren later deed weer een deel van de Polonia leden volgende Poolse volksdansgroep starten met de naam “Karpacz” onder leiding van Dhr. Wally Bucior en later Dhr. Starzyk. “Karpacz” probeert de traditionele weg te bewandelen, met het traditionele programma en leden van Poolse afkomst. Maar een te kort aan leden en te weinig animo maakt dat de groep langzaam ophoudt met bestaan en uiteindelijk in het jaar 2000 ermee ophoud te bestaan en het vaandel van “Karpacz” werd aan het Generaal Maczek Museum geschonken.
1964 Voor de gelegenheid van de 20-ste bevrijdingsjaar van Breda worden de graven van de Poolse militairen overgebracht van de begraafplaats in Zuijlen, waar ze bij de ingang begraven lagen, naar het Poolse Ereveld bij Ettensebaan.
Op 10 juni, tijdens de UEFA sporttoernooi, stichtte een groep oud-strijders, Alfred Wieliszek, Józef Wojnarowicz en Kazimierz Skaluba uit Breda, Stanisław Dancewicz uit Sprang-Capelle en Kazimierz Szmyt uit Utrecht, het Pools Olympisch Comité in Nederland op (Polski Komitet Olimpijski w Holandii). Het Comité heeft als doel een financiële steun te geven aan Poolse sporters in hun vaderland en aan het Pools Olympisch Comité in Warschau.
De Heer Wieliszek was zelf een verwende voetballer. Hij speelde nog voor de oorlog in zijn geboorteplaats Łódź en later in de voetbalclub NAC in Breda.
Destijds in Polen: partijleider Gomułka en premier Cyrankiewicz hadden in oktober een ontmoeting met de nieuwe Sovjetpartijleider Leonid Brezjnef (1906-1982). President Tito (1892-1980) van Joegoslavië bracht een officieel bezoek aan Polen in juni. Op het Vierde Congres van de PZPR in juni werd Gomułka herkozen.
1967 Destijds in Polen: onder invloed van de Zesdaagse Oorlog tussen Israël en de Arabische staten kwam een campagne op gang tegen Polen van joodse afkomst. Poolse generaals en twee joodse redacteurs van het communistische partijblad, werden vanwege hun sympathie voor Israël ontslagen. Diplomatieke betrekkingen met Israël werden verbroken.
1968 Destijds in Polen: in augustus maakten legers van de Warschaupactlanden, waaronder Polen, een einde aan de Praagse lente in Tsjechoslowakije. Een verbod tot opvoering van een toneelstuk met anti-Russische opmerkingen leidde tot studentendemonstraties die door de oproerpolitie werden uiteengeslagen. De demonstraties verhevigden. De regering Gomułka reageerde met de vervolging van andersdenkenden en zionisten. Joden kregen het advies naar Israël te vertrekken: 6000 van de 31.000 joodse inwoners verlieten het land.
1969 De 25-ste herdenkingen en festiviteiten werden traditioneel gevierd door eerst bloemen te leggen op het Poolse Militaire Ereveld in Oosterhout, Ginneken en Breda. In de avond was er een samenkomst van oud-strijders en sympathisanten in het café “De Arend” waar Comité Nederland-Polen en uitgenodigde zich te goed deden aan geroosterd speenvarken. Groep Les Amies Chantantes zong de Nederlandse liederen, kinderen van oud-strijders zongen Poolse liedjes en de dansgroep “Polonia” trad op. Alles werd gefilmd door de cameraploeg van NCRV die al eerder op de dag zijn verslag deed op het ereveld en een interview aflegde met generaal Maczek.
1970 Destijds in Polen: na langdurige onderhandelingen tekenden premier Cyrankiewicz en de Duitse bondskanselier Willy Brandt (1913-1992) op 7 december een akkoord tot normalisering van de betrekkingen. De Oder-Neisse grens werd door de BRD erkend. Onverwachte verhoging van de voedselprijzen leidde in december tot stakingen en rellen die begonnen op de Lenin Scheepswerf van Gdansk en zich uitbreidden naar Gdynia en Szczecin. De regering trad hard op, isoleerde de steden en liet telefoon en telegraaflijnen afsnijden. Politie en leger werden ingezet wat tot bloedige botsingen leidde. 45 Doden en 1200 gewonden waren het gevolg, bijna 3000 personen werden gearresteerd. De problemen binnen de PZPR bereikten een climax en noodzaakten Gomułka tot aftreden. Edward Gierek volgde hem op als partijleider, Piotr Jaroszewicz (1909-1992) werd premier, Cierankiewicz president.
1975 Het Pools Huis (Dom Polski) op de Vismarktstraat, in omgangstaal genaamd „bij Skałuba” bestond tot 1975. Na de dood van Kazimierz Skałuba opent zijn vrouw Małgorzata daar haar eigen café „Małgosia” genaamd. Doch de tradities van Het Pools Huis waren gedeeltelijk overgenomen door het café „Warschau” gevestigd ernaast.
Café „Warschau” van Janina en Franciszek Mucharowski was de plaats waar maandelijks een consul van de Poolse ambassade uit Den Haag kwam voor paspoortzaken, visums, uitnodigingen van de familieleden uit Polen naar Nederland, e.d. zodat je niet naar de ambassade zelf hoefde te reizen.
In september werd door de heer Jan Lesman de Poolse sportclub “Kaszub” (Polski Klub Sportowy/PSK) opgericht. Met voetbal, biljart, volleybal, schaken en kegelen. Later neemt zoon Michel Lesman zijn werk over.
1977 De sportvereniging K.S. Kaszub neemt deel aan de Poolse Olympiade in Kraków, waar achthonderd Poolse sportmensen uit de hele wereld aan hebben deelgenomen.
1978 Destijds in Polen: op 16 oktober werd Karol Wojtyła (1920-2005), aartsbisschop van Krakau, gekozen tot paus Johannes Paulus II. Dit gaf de Poolse kerk veel prestige.
1979 Destijds in Polen: het bezoek van 1979 van Paus Johannes Paulus de Tweede in 1979 aan zijn geboorteland Polen was voor de bevolking aanleiding om massaal aanhankelijkheid aan het katholieke geloof te betuigen. Zo protesteerden zij indirect tegen de communistische dictatuur.
1980 Destijds in Polen: een op 1 juli afgekondigde verhoging van de vleesprijzen leidde tot uitgebreide stakingen. In augustus legden 17.000 arbeiders van de Leninscheepswerf in Gdansk het werk neer. Later breidde de stakingen zich uit over het hele land. Op 31 augustus kwamen regering en stakingscomité tot een akkoord waarin het recht op ‘zelfbesturende’ vakbonden en staking werd erkend. Een dag later werden overal in Polen plaatselijke vrije vakbonden opgericht. Op 17 september fuseerden deze onder de naam Solidariteit (Solidarność) en werd Lech Walesa gekozen tot voorzitter van de Nationale Coördinatiecommissie KKP. Drie miljoen arbeiders sloten zich aan.
1981 Op 8 januari, na een bestaan van tweeëndertig jaar is de Poolse folkloristische dansgroep “Polonia” ter ziele. Tijdens een vergadering werd de opheffing definitief.
De heer Kees Coenders samen met de heren Mol en Jos van Alphen (auteur van het boek “Breda bevrijd”) verzamelde alles van de geschiedenis van soldaten van de 1e Poolse Pantserdivisie en bevrijding van Breda.
In 1981 werd de stichting officieel opgericht, die vanaf toen “Museum Breda-Polen 1939-1945” heette en was gevestigd in de Vogelenzanglaan bij een van de oprichters thuis, de heer Kees Coenders.
Generaal Maczek, de commandant van de 1e Poolse Pantserdivisie, tijdens een bezoek aan het museum had zijn naam hieraan gegeven en sindsdien heet het “Generaal Maczek Museum”.
Destijds in Polen: hard optreden van de overheid leidde tot radicalisering bij de bevolking. De verslechterende economische situatie had nieuwe stakingsgolven tot gevolg. Jaruzelski werd in oktober gekozen tot nieuwe partijleider. Op 13 december kondigde premier Jaruzelski de staat van beleg af omdat hij de veiligheid van de staat in gevaar achtte. Het leger nam tijdelijk de macht over. De Partij werd gezuiverd, vakbonden werden verboden en velen werden gearresteerd.
1984 In mei werd voor alle Polen uit Breda en omgeving en alle andere belangstellenden op zondag in de Poolse kapel aan de Claudius Prinsenlaan traditiegetrouw een Poolse Maria-mis opgedragen. De PTK houdt aan het begin van de meimaand ieder jaar een dergelijke eucharistie-viering.
De 40-ste herdenking van de bevrijding in oktober werd uitbundig gevierd. Duizenden Bredanaars waren de straat opgegaan om de Poolse bevrijders toe te juichen, die ditmaal hun intocht deden in zorgvuldig door “Keep them Rolling” bewaarde legervoertuigen. Zowel voor de Polen als de Bredanaars was de viering van de bevrijding een ontroerend feest, dat zoals 40 jaar geleden de bevrijding zelf, nimmer vergeten zal worden. De stoet Polen trok zoveel belangstellenden dat die soms uitermate traag vorderde, vooral op de Poolseweg waar vlaggen wapperden en waar de oud-strijders door bossen bloemen en wodka onthaald werden.
De herdenking werd ook gevierd met een sporttoernooi en het gewoonlijk Poolse feest in de zaal “Vianden” in het Ginneken.
Aangezien dat de oud-strijders zelf al een hoge leeftijd bereikt hebben, zijn hun kinderen zich gaan beraden hoe je in de toekomst de 40-jarige tradities van herdenkingen in oktober kan voortzetten.
Het was een van de eerste momenten waarin het idee van een nieuwe Poolse vereniging werd geboren die in zijn kern uit tweede generatie moest bestaan.
De tweede generatie Polen was al niet zo Pools meer als hun vaders. Zij waren immers in Nederland geboren van Nederlandse moeders, kregen Nederlandse opvoeding en mentaliteit en zij zochten naar de oplossingen hoe je de tradities van hun Poolse vaders kan verenigen met realiteit van hier en nu. Oud-strijders hadden al hoge leeftijd bereikt en er moesten jongeren komen om minstens de jaarlijkse bevrijdingsherdenkingen te organiseren en in stand te houden.
Vanwege een te kort aan mannelijke koorleden, liet het koor vanaf 1984 ook vrouwen toe. De gastvrouw van het toen al gemengde koor was Mevr. Willy Kozioł en in haar huis deden ze repetities. Het koor trad op tot het jaar 2000 vooral bij de Poolse zondagmissen en andere feestelijke gebeurtenissen. Heren Jan Krzemiński en Jan Nowiński waren tot het einde van het koorbestaan actief.
De 62-jarige Poolse Bredanaar Władysław Cuber ontvangt in de Poolse stad Zakopane de Oskar Kolberg-medaille. De heer Cuber ontving deze prijs voor zijn verdiensten voor de Poolse cultuur in Nederland.
Destijds in Polen: in oktober werd de Warschause priester Jerzy Popieluszko (1947-1984), sympathisant van Solidariteit, ontvoerd en vermoord teruggevonden. Zijn begrafenis gaf aanleiding tot een massale demonstratie voor de vrije vakbond Solidariteit.
1985 Oprichter en leider van “Mazur” de heer Władysław Cuber overlijd. De Poolse Volksdansgroep “Mazur” telt op zijn beste tijd 40 leden, treed op in het land maar ook in Frankrijk en België en is altijd van de partij op herdenkingen van bevrijding van Breda op 29 oktober en bij de Dodenherdenking.
Na de dood van Władysław Cuber heeft zijn zoon Roman Cuber het in eerste instantie overgenomen en leidde de groep tot 1988 en vervolgens zijn broer Henio Cuber.
Destijds in Polen: in de Sovjet-Unie begon de nieuwe partijleider Michail Gorbatsjof (*1931) zijn politiek van glasnost en perestrojka.
1986 In die jaren werd het bevrijdingsfeest traditioneel georganiseerd, maar deze keer door alle Poolse organisaties gezamenlijk in een comité onder leiding van Wally Bucior. Er waren optredens van het Poolse koor onder leiding van de heer Galas. Daarnaast traden ook de dansgroeppen “Karpacz” en “Mazur” op en majorettes “Doskonale” onder leinding van Anusia Wuyts-Kawaler. De dansavond werd muzikaal begeleid door amusementsorkest “La Banda” en het Pools gerecht “bigos” (gestoofde zuurkool met vlees) werd geserveerd. De avond werd afgesloten met Poolse patriottische liederen en het volkslied.
1987 Na het overlijden van eigenaar Frank Mucharowski, houd het café „Warschau” op met bestaan en het laatste café waar de Poolse veteranengemeenschap zich nog thuis voelt is het café „Huis van Negotie” op Haagweg 68, waar Alfred Wieliszek (beter bekend als Freddy) de scepter zwaait.
Destijds in Polen: op 12 januari ontving paus Johannes Paulus II generaal Jaruzelski in het Vaticaan. In juni bezocht de paus Polen voor de derde maal. De Verenigde Staten hieven de laatste sancties op. Bij zijn bezoek aan Polen in september pleitte de VS-vice-president George Bush voor meer vrijheid voor de bevolking.
1988 De Dansgroep “Mazur” geleidt door gebroeders Henio en Roman Cuber viert in de molen van Bavel zijn 25-jaarige bestaan.Destijds in Polen: bij zijn bezoek in juli bevestigde president Gorbatsjov Polens onafhankelijkheid. Dit gaf president Jaruzelski vrijheid van handelen in de binnenlandse politiek.